zondag 26 juli 2009

'Hoger opgeleiden vaderlandslievender geworden'


AMSTERDAM - Hoger opgeleiden zijn de afgelopen jaren patriottischer geworden. Onder lager opgeleiden is sprake van een kleinere stijging of zelfs van een afname van de vaderlandsliefde.

Dat concluderen drie wetenschappers in het laatste nummer van het sociaalwetenschappelijk tijdschrift Migrantenstudies.

Het drietal keek in welke mate enkele honderden respondenten het in 1995 en in 2006 eens waren met stellingen als 'iedere Nederlander dient de nodige eerbied in acht te nemen tegenover onze nationale symbolen'.


Mensen met een hbo- of universitaire opleiding stemden daar in 2006 vaker mee in dan elf jaar eerder. Het patriottisme onder mensen met een mbo-opleiding steeg ook, maar minder sterk.

Bij personen met alleen een diploma van de middelbare school was er zelfs sprake van een afname.

Positieve kanten

''Met name de hoger opgeleiden onderschrijven in 2006 sterker de positieve kanten van Nederland'', schrijven de wetenschappers.

''De recente aandacht voor het verstevigen van de Nederlandse identiteit lijkt juist onder de hoger opgeleiden te hebben geresoneerd. Waar zij in 1995 wellicht nog de norm ervoeren dat het niet juist was te onderschrijven om trots op Nederland te zijn, lijkt dat in 2006 ook onder deze groep verleden tijd.''

Lager opgeleiden

Overigens waren de lager opgeleiden in 1995 patriottischer dan de hoger opgeleiden. Daardoor zijn de twee groepen nu naar elkaar toe gegroeid. ''Het is opvallend dat hoger en lager opgeleiden meer op elkaar zijn gaan lijken in een nationalistische houding tussen 1995 en 2006.''

Het onderzoek is uitgevoerd door de sociaalwetenschappers Eva Jaspers, Marieke van Londen en Marcel Lubbers.

© ANP

vrijdag 24 juli 2009

burnout test

Psychische symptomen:

Minder concentratie of minder lang concentreren

Minder goed geheugen

Minder goed oordeelvermogen

Meer fouten

Meer piekeren, malende gedachten, zaken somber inzien

meer dagdromen

Geestelijk verward, twijfel over jezelf of je capaciteiten

Meer wantrouwen, rancune

Lichamelijke symptomen:

Gespannen spieren (schouders, nek, gezicht of benen)

Hoofdpijn, "weekend-hoofdpijn"

Rugpijn, lage rugpijn

Pijn op de borst of hartkloppingen

Maag-, darm, ontlastingsproblemen

Slaapproblemen: Slecht in-/doorslapen, moe of vroeg wakker worden

snel, doorlopend of zeer vermoeid

Tics, samengeperste kaken of ’s-nachts tandenknarsen

Verhoogde bloeddruk

Vaker duizelig

Gedrags symptomen:

Minder aan kunnen, snel vermoeid zijn

Bepaalde situaties niet aan kunnen

Gestresst, opgejaagd of rusteloos voelen

Passief zijn

Perfectionistisch zijn

Verlies van gewoontes

koud, teruggetrokken of somber

Snel geëmotioneerd

Zeurend, argumenterend of klagend

Onvriendelijk, lichtgeraakt, kritisch of beschuldigend

Bezorgd over gezondheid, over toekomst

Werkgerelateerde symptomen:

In ben ontevreden over mijn werk

Ik raak vaker betrokken bij conflicten

Ik maak meer foutjes

Mijn werk kost steeds meer energie

Ik werk hard, maar bereik weinig

Ik voel me gefrustreerd in mijn werk

Ik pieker over mijn werk in mijn vrije tijd

Mijn werk is zinloos

Ik lach steeds minder op mijn werk

Het kost mij meer moeite naar mijn werk te gaan

Ik word vaker moe van mijn werk

Resultaat:

• U scoort op niet meer dan twee symptoomgebieden en niet meer dan drie punten, dan is er geen reden

tot ongerustheid.

• U scoort in drie of in elk van de vier symptoomgebieden op drie punten dan is dit een duidelijk signaal dat

stress een forse invloed op u heeft en u hier vanaf nu aandacht op dient te vestigen, zodat het niet verergert.

• U scoort op twee symptoomgebieden op drie punten en op de andere twee gebieden vijf of meer punten, dan

heeft stress een zeer grote invloed op uw leven. U bent, zoals zoveel anderen, blijkbaar niet in staat om het

gevoel van stress te verminderen. Als u dit patroon niet wijzigt is de kans om binnen zes maanden Burnout te

raken meer dan 60 procent. Het wordt aangeraden om externe begeleiding / coaching aan te vragen.

zie verder:

donderdag 23 juli 2009

slingeren

Of Foucault bekend was met het eerdere theoretische werk van Gustave-Gaspard Coriolis is niet bekend. Achteraf is te zien dat bij het gedrag van de slinger van Foucault een vorm van het corioliseffect bepalend is.

De slinger van Foucault is een lange slinger die geheel vrij kan oscilleren. De slinger moet in staat zijn om urenlang in beweging te blijven, want als men de slinger handmatig in beweging houdt, kan men (gewild of ongewild) ook het slingervlak beïnvloeden. Dit kan bereikt worden door een zeer lange slinger te maken, met een zwaar gewicht aan de onderzijde. Een slinger van Foucault werd voor het eerst tentoongesteld in 1851, vanaf het plafond van het Panthéon in Parijs. Dit was tijdens de wereldtentoonstelling. De gebruikte slinger bestond uit een 28 kilogram zware bol hangend aan een 67 meter lang touw.

Het aardige van het experiment is dat het de draaiing van de aarde bewijst in een geheel afgesloten ruimte, zonder zicht op de zon en de sterren; het bewijs van de aardse draaiing wordt geleverd zonder astronomischewaarnemingen.

Om de beweging van de slinger waar te nemen had Foucault de vloer van het Pantheon met zand bedekt. De slinger trok een klein streepje door het zand tijdens zijn beweging. Na een uur was het slingervlak al behoorlijk van stand veranderd ten opzichte van de vloer.

Het experiment is sindsdien vaak herhaald. Momenteel hangt er onder andere een slinger in de sterrenwacht van Lattrop. Deze slinger wordt in beweging gehouden door een elektromagneet in de vloer. midden onder de slinger. Deze magneet wordt steeds even ingeschakeld als de slinger het laagste punt nadert en geeft zo steeds de slinger een extra duwtje.

[bewerken]Locatie

Slinger van Foucault; deze animatie laat veel minder slingeringen zien dan er in 24 uur plaats vinden

Wanneer de slinger is geplaatst op één van de geografische polen, staat het vlak van slingering stil ten opzichte van de vaste sterren, en de aarde draait er onderdoor. De noordpool draait vanuit de ruimte gezien tegen de klok in (linksom) en de vloer onder de slinger ook. Maar doordat de waarnemer meedraait lijkt voor hem dat het slingervlak met de klok mee gaat (rechtsom). Dit is in overeenstemming met de eerste wet van Newton. De slinger ondervindt na het loslaten in de uiterste standen telkens een zeer kleine Corioliskracht net zolang tot het slingervlak stil blijft staan ten opzichte van de vaste sterren.

Wanneer de slinger van Foucault zich ergens op de evenaar bevindt is het effect nul, want dan zal het slingervlak met de aarde meedraaien. Op de polen is het effect maximaal.

[bewerken]De snelheid van een omwenteling

Het vlak draait ten opzichte van de aarde met een draaisnelheid die evenredig is met de sinus van de breedtegraad. Op een breedte die overeenkomt met 45° draait de slinger elke 1,4 dagen geheel rond, op 30° elke twee dagen.

In formulevorm geldt voor de draaisnelheid Dj:

D_j = \frac{15 ^\circ}{h} \cdot \sin(y)

Waarin y de breedtegraad is. 15°/h is de draaisnelheid aan de polen (per uur).

De slinger in het Panthéon te Parijs

De Nederlandse natuurkundige Heike Kamerlingh Onnes schreef in 1879 een proefschrift over de slinger van Foucault: "Nieuwe bewijzen voor de aswenteling der aarde".

Een "vibratiegyroscoop" is in wezen een zeer verkleinde foucoult-slinger. Uitgevoerd als micro-electromechanisch element MEMS worden ze toegepast in b.v. spelconsoles voor de Nintendo Wii.

[bewerken]De duur van een omwenteling

De duur van een omwenteling (360°) van het slingervlak is te berekenen door een siderische dag te delen door de sinus van de breedtegraad.

Dat betekent dat op de noordpool een omwenteling gelijk is aan een siderische dag (23 uur, 56 minuten en 4,09 seconden) met de klok mee (rechtsom) en in Nederland (52°) 30 uur en 24 minuten (ook rechtsom). Aan de evenaar is de duur oneindig want het slingervlak daar staat stil. Meer naar het zuiden zal het slingerduur weer in tijd afnemen maar dan nu tegen de klok in (linksom).

Wat is dé manier om te ontstressen?

diverse manieren

woensdag 22 juli 2009

ontstressen

Als we in een stress schieten of langere tijd gestressd zijn, gaan we op een andere manier ademhalen: lichter en sneller. Ademhalingsoefeningen om weer -down - te komen.

Schiet je in een stress, neem dan bewust afstand van jezelf en ga met je ademhaling aan de slag. Ga even zitten met beide voeten op de grond. je maakt je rug recht en legt je handen op je knieen.

Richt je op je ademhaling en haal door je neus diep in en blaas het door je half geopende lippen weer uit.

Dit doe je drie keer heel langzaam.

Vervolgens adem je diep in, voel je of je buik daarbij uitzet. Houd deze inademing drie tellen vast, adem door je mond een klein stukje uit. Neem dan weer drie tellen, stukje uitademen, weer drie tellen en de rest helemaal uitademen.

Als je dit 10 x doet ben je alweer een stuk rustiger en dichter bij jezelf terug gekomen.

Sowieso is het goed om deze oefening een paar keer per dag te herhalen.


Als je 's avonds van de spanning niet kunt slapen:

Ga plat op je rug liggen en houd de handen naast je zij met de palmen naar boven.

Adem drie keer diep in en uit. De inademing gaat door je neus en de uitademing door je mond. De adem gaat tot aan je buik.

Laat alle gedachten wegdrijven en blijf geconcentreerd op je ademhaling. Het kan zijn dat gedachten weer in je ploppen; constateer dat enkel en richt je weer op je adem.

Houd vervolgens met een vinger je rechter neusvleugel dicht en adem in door je linker neusvleugel, zo diep mogelijk.

Breng dan je vinger tegen de linker neusvleugel voor de uitademing en laat je adem door de rechter neusvleugel uitstromen.

Nu doe je het net andersom: de vinger tegen de linker neusvleugel en rechts inademen, dan de vinger tegen de rechter neusvleugel en links uitademen.

Dit herhaal je zeven keer.

In het begin zal de lucht niet vrijelijk doorstromen, dat is normaal. Na een aantal keren voel je de rust indalen.

Als dit iedere avond herhaalt val je meer ontspannen in slaap.


Hoe dan ook: vergeet niet te ademen.


dinsdag 21 juli 2009

HOE STRESSBESTENDIG BEN JE?

Op je werk kunnen zich soms stressvolle situaties voordoen. Houd jij in zo'n geval je hoofd koel of wordt de spanning je snel teveel? Maak deze test en kijk hoeveel stress jij aankunt. Bij elke vraag heb je de keuze uit drie antwoorden. Klik het antwoord aan dat het meest op jou van toepassing is.

1. Je wilt graag een vrije dag opnemen, maar je moet nog ontzettend veel doen op je werk. Hoe los je dit op?

je gaat zo hard aan het werk dat je bijna je hele vrije dag nodig hebt om bij te komen
je neemt sowieso een dag vrij, dat moet kunnen
je begint 's ochtends vol goede moed aan je werk en je ziet wel of het lukt om vrij te nemen

2. Door een reorganisatie krijgt jouw afdeling een aantal nieuwe taken. Wat denk je?

het is wel een uitdaging, ik heb zin om iets nieuws te leren
het zal wel even wennen worden, maar ik sla me er wel doorheen
niet alweer een verandering, laat alles maar bij het oude

3. Wat doe je op een doordeweekse avond?

ik bel een oude vriend(in) om bij te kletsen en lees de krant of een goed boek
op de bank zitten, tv kijken en dan vroeg naar bed
ik ga eerst sporten en dan nog even bij een vriend(in) langs

4. Een naaste collega zit met een groot probleem ...

hij vertelt het je wel, maar zoekt steun bij een ander. Jij hebt het al druk genoeg
hij komt direct naar jou toe voor raad en steun
je hoort het een week later van een andere collega. Hij wilde jou er niet mee lastig vallen

5. Als ik na een drukke dag thuis kom, dan ...

ben ik wel eens onvriendelijk of chagrijnig tegen mijn partner en/of mijn kinderen, terwijl ik het niet zo bedoel
kan ik nog net de interesse opbrengen om bij mijn partner en/of kinderen te informeren hoe hun dag was
kost het me geen moeite om aandacht te geven aan mijn partner en/of kinderen

6. Een collega gaat ziek naar huis, terwijl er eigenlijk nog iets afgemaakt moet worden.

je biedt aan zijn werk af te maken, daar draai jij je hand niet voor om
je hebt het al druk genoeg, dat werk komt morgen wel
je ziet het niet zitten om zijn werk erbij te nemen

7. Je bent uit met een paar vrienden, maar je moet eigenlijk nog een aantal dingen doen voor je werk.

de dingen die je moet doen spoken door je hoofd, af en toe ben je een beetje afwezig
je kunt niet echt genieten van je avondje uit
je zet het van je af. Je bent nu immers uit en morgen zie je wel weer verder

8. Na een hele drukke week heb ik last van hoofdpijn, buikpijn of gespannen spieren.

vaak
soms
zelden

9. Als ik ergens mee zit, dan ...

staan familie en vrienden altijd voor me klaar
heb ik het gevoel dat ik nergens mijn verhaal kwijt kan
hebben familie en vrienden niet altijd tijd voor me

10. Als ik 's avonds naar bed ga, dan ...

lig ik een tijd wakker, denkend aan wat ik morgen allemaal moet doen
val ik meestal meteen in slaap
maak ik eerst een lijstje, zodat ik niet vergeet wat ik morgen moet doen en ga dan rustig slapen

11. Je belandt in de file en dreigt daardoor te laat te komen op een belangrijke afspraak. Wat doe je?

je probeert het van je af te zetten en rustig af te wachten
je baalt enorm en ergert je mateloos
je zet de radio aan, je kunt er toch niets aan doen

12. Je hebt het gevoel dat je honderd dingen tegelijk moet doen. Wat doe je?

je komt overal losse memobriefjes tegen en werkt ze willekeurig af
je maakt een lijst en werkt deze systematisch af
je weet niet waar je moet beginnen, dus voorlopig begin je nergens aan

13. Je collega en jij zijn uit op dezelfde promotieplek. Hoe voel je je?

het houdt je heel erg bezig, bij alles wat je doet zit de promotie in je achterhoofd. Je hoopt dat er snel een einde komt aan de onzekerheid
je vertrouwt erop dat je een eerlijke kans krijgt. Je doet gewoon goed je werk en wacht af
je denkt er regelmatig aan en je probeert je van je beste kant te laten zien

14. Ik vind mijn werk ...

interessant, afwisselend en met veel perspectief
niet zo interessant en vaak eentonig
meestal wel boeiend, maar met weinig vooruitzichten op promotie

om echt in te vullen:

maandag 20 juli 2009

Stress begrippen

Stress – begrippen in het kader van werk

  • Stress: een verstoord evenwicht tussen de (individuele) draagkracht van de werknemer en de draaglast die het bedrijf zijn personeel oplegt. Wanneer men een teveel aan stress voor een langere tijd ondervindt, en er is geen tijd voor herstel, kan men hiervan ziek worden
  • Chronische stress: zwaardere vorm van stress(klachten), waar men langdurig / aanhoudend last van blijft houden.
    Zowel in het dagelijks spraakgebruik als in de stressliteratuur is vaak onduidelijk wat er precies onder ´chronisch´ wordt verstaan. Chronische stress kan betrekking hebben op de stressor, de reactie en het proces.
    • Ongunstige factoren in de omgeving blijven over een langere periode bestaan (zoals een hoge werklast en onzekerheid over een vaste aanstelling).
    • De gevolgen houden lange tijd aan, ook al is de directe stressor – doorgaans traumatische gebeurtenissen (ontslag, sterfgeval, bankoverval) – niet meer aanwezig.
    • Een proces waarin psychologische en biologische verstoringen cumuleren, waardoor het functioneren en de gezondheid ondermijnd worden.
    (Stress, productiviteit en gezondheid; Anthony Gaillard)
  • Overspannenheid: ziek door te grote geestelijke inspanning of belasting. Overspannenheid is een lichtere vorm dan burn-out; dit duurt korter. Burn-out duurt langer en is heftiger.
  • Surménage: Frans woord voor overspanning; overbelasting, overwerktheid.
  • Burn-out: Engels woord voor zich over de kop werken.
Het alledaagse taalgebruik rondom stress is allerminst eenduidig.Het NIGZ/GBW hecht in haar aanpak van werkdruk en aanbod van stresspreventie grote waarde aan het verhelderen van de begrippen zoals die door werknemer en werkgever gebruikt worden. Het benadrukken van het subjectieve element in de stressbeleving is van belang om acceptatie te bevorderen en om oplossingen/interventies af te stemmen op de persoon en de situatie. Het is ook van belang om heersende vooronderstellingen te expliciteren/relativeren. Zo denken veel werknemers en werkgevers dat burnout haast niet te behandelen is, of dat men gedoemd is een jaar thuis te zitten. Dit is een misverstand.

Kijken we meer systematisch naar het begrip stress dan kunnen we het volgende onderscheid maken:
  • Stress als stimulus: bepaalde situaties die actieve aanpassing vereisen, waarbij dus moeite gedaan moet worden om er het hoofd aan te bieden.
  • Stress als reactie: het gaat hierbij om waargenomen spanningsreacties die zich op verschillende wijzen kunnen uiten.
  • Stress als interactie: het gaat hierbij om het samenspel tussen individu en omgeving. Er is in deze opvatting sprake van stress wanneer het individu zich niet in staat voelt om te voldoen aan de eisen die de omgeving stelt.
Verschil overspanning en burnout
  • spanningsklachten; er zijn geen zodanige beperkingen in sociaal of beroepsmatig functioneren dat betrokkene rollen (zoals de werkrol) laat vallen (er kunnen wel functioneringssymptomen zijn zoals concentratieverlies).
  • overspanning; de betrokkene heeft niet het niveau van controle kunnen handhaven om zijn of haar sociale rollen te blijven invullen; er zijn beperkingen in sociaal of beroepsmatig functioneren. Vrijwel altijd heeft de betrokkene de werkrol laten vallen. De periode tussen aanvang van de herkenbare stress-veroorzakende situatie ontstane functioneringsproblematiek is relatief kort (tot ca. 12 weken).
  • burnout; men moet alert zijn op dit beeld bij een relatief lange voorgeschiedenis van blootstelling aan stressoren (1 jaar of langer) en een chronisch klachtenbeloop. De betrokkene is emotioneel uitgeput en heeft bovendien een grote distantie ten opzichte van het werk en/of een verminderd gevoel van competentie.
Het onderscheid tussen spanningsklachten enerzijds en overspanning en burnout anderzijds ligt dus niet primair op klachtniveau (in de beperkte zin van psychische of lichamelijke klachten) maar op functioneringsniveau.
Het onderscheid ligt op het niveau van ervaren controle op de situatie en functioneren. Het onderscheid tussen overspanning en burnout is gelegen in de duur waarin dit controleverlies is opgebouwd: de voorgeschiedenis van blootstelling aan stressoren en functioneringsverlies bij overspanning korter dan 3 maanden. Bij burnout is deze periode langer dan een jaar.

(Meten van werkstress; onder redactie van Prof. Schaufeli, drs. Hell & dr. Schreurs.)

Bron: NIGZ / GBW helpt organisaties met het ontwikkelen en invoeren van een ,. Zie ook www.gbw.nl.

Stress test


De stressfactor van privésituaties

Belangrijke gebeurtenissen zoals problemen binnen het gezin, de sociale omgeving, op het gebeid van financiën of slachtoffer van een misdrijf, kunnen naast het werk veel invloed uitoefenen op de persoonlijke gezondheid. Hoe indrukwekkende de ervaring, hoe groter de impact kan zijn. Dergelijke gebeurtenissen kunnen de balans tussen draagkracht en draaglast ernstig verstoren. De mate van stressinvloeden van levensgebeurtenissen zijn door Holmes en Rahe al in 1967 door een uitgekiend puntensysteem in kaart gebracht. Het aantal punten geeft een objectief beeld om inzicht te krijgen in de stressfactoren die de gezondheid kunnen beïnvloeden en biedt daardoor de mogelijkheid om dergelijke gezondheidsproblemen aan te pakken.

Instructie: geef per situatie aan met welke levensgebeurtenissen je in de afgelopen 24 maanden te maken hebt gehad. Het kan zijn dat bepaalde gebeurtenissen uit de afgelopen 24 maanden die belangrijk voor je zijn geweest niet op de lijst voorkomen. Het kan dan zinvol zijn om deze toe te voegen aan de lijst, deze gaarne per email sturen naar de webmaster, deze zal beoordelen of deze gebeurtenissen toegevoegd kunnen worden.

(Bron: Onderstaande lijst van psychosociale stressfactoren, van ernstig naar minder ernstig, de Social Readjusting Scale van Holmes en Rahe, is de Nederlandse vertaling van de geheel herziene schaal van Peter M.J. Habets c.s. van Instituut Dartheide te Leersum.)

zie verder: